Vanuit het hart van Rob: ‘Soms ben je iemands laatste gesprekspartner’
Soms help je bij een bevalling, soms ondersteun je bij euthanasie. Dat leven en dood zo dicht bij elkaar staan is voor Rob wat het werk op de ambulance zo bijzonder maakt. “Het is een heel diverse baan, saai is het zeker nooit.”
Inmiddels zit Rob alweer 26 jaar op de ambulance. “Dat begon voor mij tijdens mijn dienstplicht. Ik werd op de medische dienst gezet en mocht de ambulances in Duitsland helpen. Spullen aangeven, dat genre. Het ambulancewerk trok meteen mijn aandacht, dus later besloot ik als chauffeur aan de slag te gaan. Maar na een paar jaar als chauffeur op de auto wilde ik meer.” Hij lacht: “Als het interessant werd en we moesten naar het ziekenhuis, moest ik achter het stuur kruipen, terwijl de verpleegkundige achterin bij de patiënt bleef. Dat wilde ik ook! De RAV heeft mij de kans gegeven mijzelf te ontwikkelen tot wie ik nu ben. Daar ben ik de RAV erg dankbaar voor.”
Iemands laatste verhaal
Met de boodschap dat hij meer wilde, kwam hij bij zijn leidinggevende terecht. “Hij had gelukkig wel oren naar mijn ambitie. Ik mocht een verpleegkunde-opleiding volgen. Na 2,5 jaar op de spoedeisende hulp was het voor mij tijd om als verpleegkundige op de ambulance mee te gaan. Eindelijk!” Het werkgeluk haalt hij uit de vele bijzondere momenten die hij meemaakt in zijn werk op de ambulance. “Soms helpen we een arts bij de euthanasieprocedure. We brengen dan de infuusnaald in. De gesprekken met een patiënt en familie tijdens die handelingen vind ik altijd erg bijzonder. Dat doet wat met je.” Maar ook de samenwerking met zijn collega’s maakt dit werk zo mooi. “We hebben het echt heel gezellig met elkaar. We kunnen lachen én serieuze gesprekken voeren. Binnen het team staan we altijd voor elkaar klaar, zo voel ik dat echt.”
Persoonlijke ontwikkeling
In de reis die Rob maakte binnen zijn carrière heeft hij ook zichzelf ontwikkeld. “Ik ben destijds anders opgeleid dan hoe dat tegenwoordig gebeurt. Nu zijn er verschillende trajecten die een medewerker kan doorlopen om te groeien in zijn functie. Zelf ben ik als militair begonnen en zo verder gegroeid. Als militair leer je recht door zee te zijn, snel een mening te hebben. De laatste jaren ben ik in mijn aanpak veranderd. Met name als het gaat om verbaal contact. Ik kan situaties nu beter analyseren en reageer anders. Dat leidt tot minder conflicten. Een mooie ontwikkeling, als je het mij vraagt. Zorg verlenen vanuit het hart, dat doe je samen met patiënt, diens naasten en je collega’s. Een supermooi vak hebben we!”.