Van SEH naar ambulance: betekenisvol in de acute zorgketen
”Ik voel me echt onderdeel van de acute zorgketen. We werken allemaal aan hetzelfde doel: de beste zorg voor de patiënt.”
Na 13 jaar Defensie en een periode op de Spoedeisende Hulp (SEH) voelde Rob dat hij toe was aan een volgende stap. Als militair verpleegkundige bij Defensie deed Rob al ervaring op met prehospitale zorg: het stabiliseren en vervoeren van gewonde militairen naar een hospitaal of helikopter. “Dat was mijn eerste kennismaking met acute zorg buiten het ziekenhuis.” Op de SEH werd zijn interesse verder aangewakkerd. “Ik sprak daar vaak collega’s van de ambulance. Zij bleven maar zeggen: ‘Wanneer kom jij nou eens deze kant op?’ Hun enthousiasme werkte aanstekelijk.”
Tegelijkertijd merkte hij dat de dynamiek op de SEH veranderde. “Het werd steeds drukker, waardoor ik minder tijd had om een patiënt écht volledig in kaart te brengen. Collega’s van de ambulance vertelden juist dat zij die tijd wél hadden: zelf een anamnese doen, een werkdiagnose stellen en direct handelen. Dat sprak me enorm aan.” Toen hij een vacature bij de RAV voorbij zag komen, besloot hij te solliciteren. Nu is hij als ambulanceverpleegkundige op een andere manier een belangrijke schakel in de acute zorgketen.
Ambulance vs. ziekenhuis
De overstap pakte goed uit. “Elke dag is onvoorspelbaar: de ene keer handel je de zorg ter plekke af, een andere keer vervoer je iemand naar het ziekenhuis. Samen met de chauffeur stap je in de auto om als team de juiste zorg te regelen. Op de ambulance werk je veel autonomer dan in het ziekenhuis. Je neemt zelf besluiten en bepaalt samen met je chauffeur hoe je verder gaat. Dat maakt dit werk uniek.”
Zijn SEH-achtergrond vindt hij in zijn huidige werk heel waardevol. “Ik heb daar al verschillende ziektebeelden leren herkennen die ik ook op de ambulance tegenkom.” Al vond Rob het in het begin soms wel spannend dat er geen arts naast hem stond. “Maar je kunt altijd overleggen: met de huisarts, specialisten in het ziekenhuis, de GGZ of de medisch manager ambulancezorg (MMA) van onze RAV. Uiteindelijk neem je zelf de beslissing, maar je staat er niet alleen voor.”
Sterke samenwerking: van team tot keten
Rob dacht dat hij het werken in een groot SEH-team zou missen. “Ik ben echt een teamplayer en vond het leuk om met veel collega’s samen te werken. Maar op de ambulance merkte ik: dat teamgevoel is er ook, alleen op een andere manier. Met z’n tweeën leer je elkaar snel kennen en in hectische situaties weet je precies wat je aan elkaar hebt.”
Dat gevoel van samenwerking strekt zich uit tot de hele keten. “We werken allemaal aan hetzelfde doel: de beste zorg voor de patiënt. Doordat ik de SEH goed ken, weet ik wat zij fijn vinden. Ik kan bijvoorbeeld alvast infusen prikken of extra informatie doorgeven aan het ziekenhuis als we onderweg zijn. Daarmee ontlast je de SEH en ben je écht onderdeel van de zorgketen.”
Leren en ontwikkelen
De interne opleiding bij de RAV vond hij een waardevolle start. “De groepssamenstelling was ideaal: mensen met allerlei achtergronden. Je leert enorm veel van elkaar. Soms hoefde de docent alleen een balletje op te gooien en ontstond er vanzelf een gesprek waar iedereen van leerde. En wat je in de opleiding leert, pas je direct toe in de praktijk.”
Hij vond het ook bijzonder om al tijdens de opleiding samen met de chauffeursgroep op te trekken. “Veel chauffeurs komen uit een totaal andere branche, zoals het transport. Je ziet ze in korte tijd enorm groeien. Mooi om dat van dichtbij mee te maken.”
Daarnaast krijgt Rob ruimte om zijn eigen interesses verder te ontwikkelen. Binnenkort sluit hij aan bij het Incident Response Team. “Dit team houdt zich bezig met biologische, chemische of stralingsincidenten waarbij je gebruikmaakt van specifieke beschermende kleding en materieel. En vanuit mijn Defensie-achtergrond vind ik grootschalige geneeskundige bijstand (GGB) interessant. Hoe pak je bijvoorbeeld een busongeluk met meerdere slachtoffers aan? Hiervoor kan ik dan een vervolgscholing kiezen. Al die kennis kan ik in mijn dagelijks werk weer toepassen, ook bij kleinere incidenten: triage, prioriteiten stellen en welke ketenpartners te betrekken? Dat is enorm leerzaam.”
Rooster en balans
Ook privé ervaart Rob voordelen. “Ik heb twee jonge kinderen. Het onregelmatige werken klinkt pittig, maar ik vind het juist een voordeel. Je kunt je roosterwensen doorgeven en daardoor ben ik vaak doordeweeks thuis bij de kinderen. Dat geeft veel balans.”
Waar je het voor doet
Voor Rob draait alles om rust en passende zorg. “Als je binnenkomt is het vaak hectisch, maar zodra je rust uitstraalt zie je dat terug bij de patiënt. Alleen door te luisteren neem je al een groot deel van de spanning weg. Mensen vertellen vaak hun hele verhaal en zo ontstaat er snel een band. Samen zoeken we naar de juiste oplossing, met patiënt, familie of de huisarts: daar doe ik het voor.”
En soms zijn het de kleine dingen die het verschil maken. “Laatst had een kindje zijn bovenbeen gebroken. Dat is heftig, maar met knuffel Brammetje – zoals wij hem noemen – krijg je toch contact. Dan zeg ik: ‘Brammetje kan jou kracht geven.’ Dat breekt het ijs en geeft vertrouwen. Dat soort momenten maken dit werk bijzonder.”
Voor zijn werk ontvangt hij veel waardering van patiënten. “Vaak, als we weggaan of iemand op de SEH brengen, krijgen we een hand en een welgemeend: ‘Bedankt, zo fijn dat jullie er zijn.’ Dat geeft zoveel voldoening.”
Zijn boodschap aan twijfelaars
Volgens hem draait het vooral om de juiste houding. “Competenties als stressbestendig, empathisch, doortastend, oplossingsgericht en een teamplayer zijn, helpen enorm. Mocht je twijfelen of je wel over deze competenties beschikt, vraag je dan eens af: heb je in je huidige functie wel de mogelijkheid om deze te ontwikkelen? Ik kan je garanderen: hier leer je dat vanzelf. Het is niet zo spannend als je denkt, dus zet gewoon die stap. Werken als ambulanceverpleegkundige is echt het neusje van de zalm!”
Wil jij net als Rob werken in de ambulancezorg? Bekijk onze vacature voor ambulanceverpleegkundige in opleiding: