Vanuit het hart van Nina: ‘Op de ambulance bouw je echt een band op met mensen’

Nina werkt sinds 2021 als ambulancechauffeur. Een jaar geleden volgde ze het omscholingstraject voor de middencomplexe ambulancezorg. “Dit werk past zo goed bij mij,” laat Nina weten. Nina is afgestudeerd als verzorgende IG en heeft een tijdlang in de zorg gewerkt.

“Daar was het rennen en vliegen. Op de ambulance is dat een heel ander verhaal. Hier hebben we meer tijd en aandacht voor de mensen die we helpen. De afwisseling in dit werk, de doorgroeimogelijkheden en mijn leuke collega’s hier zorgen ervoor dat ik helemaal op mijn plek zit”, vertelt ze enthousiast. 

Er voor de ander zijn

Middencomplexe ambulancezorg is het vervoeren van mensen in een niet-levensbedreigende situatie. “Bijvoorbeeld van ziekenhuis naar ziekenhuis, van ziekenhuis naar huis of van huis naar hospice. Daarnaast brengen we ook mensen die zijn gevallen en een breuk hebben naar de spoedeisende hulp. We komen dus veel verschillende situaties en mensen tegen,” legt Nina uit. “In iedere situatie nemen we de tijd om er voor de ander te zijn en doen we er alles aan om het zo fijn mogelijk te maken voor de patiënt.” 

Vermijden van putdeksels

Het werk vraagt wel wat van Nina’s chauffeurskunsten. “Het is soms net een puzzeltje,” vertelt ze lachend. “De rit moet zo rustig mogelijk verlopen. Want als iemand met veel pijn in de ambulance ligt, wil je niet over hoge drempels en nare putdeksels rijden. Die probeer ik dan zoveel mogelijk te ontwijken. Ook wil ik te veel draaien en keren voorkomen, want dat voelt ook niet prettig. Meestal kijk ik daarom van tevoren waar we moeten zijn, zodat ik de juiste aanrijroute kan bepalen.” 

‘Waar blijven de mannen?’

Nina werkt altijd samen met een collega die verpleegkundige is. Als het nodig is, voeren ze samen ook (kleine) medische handelingen uit waarbij Nina haar collega assisteert. “Dat maakt het werk nog waardevoller, omdat we op deze manier nog meer voor de patiënt kunnen betekenen,” legt Nina uit. In het afgelopen jaar heeft Nina al het nodige meegemaakt. “We komen in veel verschillende situaties terecht. Laatst ging ik met mijn collega, ook een vrouw, iemand thuis ophalen die naar het ziekenhuis moest. De vrouw kon niet meer lopen en dus moesten we haar van boven tillen. Haar man keek ons een beetje sceptisch aan en vroeg: ‘Komen de mannen zo?’ Ik moest er wel om lachen. Hij dacht natuurlijk dat we als twee vrouwen haar niet naar beneden konden krijgen. Maar als dat dan gelukt is en we ook dat stukje spanning hebben weggenomen, dan voelt dat heel goed.” 

Een band opbouwen 

Met sommige patiënten bouwt Nina echt een band op. “Sommige mensen zie ik regelmatig, bijvoorbeeld omdat ze in het ziekenhuis een behandeling voor kanker krijgen. Hierdoor heb je meer gesprekken met elkaar.” Nina pauzeert even en vertelt dan verder. “Onlangs was er ook een verdrietige situatie. We hebben iemand van mijn eigen leeftijd naar huis gebracht omdat zij uitbehandeld was voor kanker. Zij ging dus naar huis om daar te sterven. Zo’n gebeurtenis doet je echt even stilstaan. Het leven is zo relatief, het kan in een oogwenk voorbij zijn.” 

Verdriet en spanning wegnemen 

Mensen die thuisgebracht worden om te sterven, de laatste rit naar een ziekenhuis of naar een hospice, het zijn heftige momenten. Nina legt uit: “Tijdens zulke ritten wil je door de juiste zorg te bieden, met heel veel aandacht voor de persoon, een klein beetje van dat verdriet of spanning wegnemen. En als dat lukt? Dan is dat het mooiste wat er is.”