Verpleegkundige middencomplexe ambulancezorg Filiz

“Werken in de middencomplexe ambulancezorg is een heel andere vorm van hulpverlenen”

Filiz werkt al 17 jaar in de ambulancezorg, en het laatste jaar als verpleegkundige middencomplexe ambulancezorg.

“Dat zijn de niet superurgente ritten en veelal het geplande vervoer. Op dit moment is er natuurlijk veel vervoer van coronapatiënten maar ook zijn er ritten van en naar het ziekenhuis voor de spoedeisende hulp, poliklinische behandelingen of bijvoorbeeld chemotherapie. Verder is er het vervoer tussen de ziekenhuizen en naar bijvoorbeeld een Hospice. Deze ritten zijn veel minder hectisch dan de spoedeisende ritten. Je bent veel meer op de mens gericht en minder op de lichamelijke kant van de patiënt, al ben je natuurlijk wel continue aan het monitoren om de patiënt stabiel te houden. Tijdens de ritten van vaak een half uur of langer heb je vaak hele diepgaande gesprekken met mensen die erg ziek zijn. Met ons kunnen ze de dingen benoemen zoals ze zijn, iets wat ze met hun naasten vaak moeilijk vinden. Dat is dus een hele andere manier van hulp verlenen.

Een mooi voorbeeld is een patiënt die mij achterin de ambulance vertelde dat ze de behandeling die ze ging krijgen alleen nog maar ging doen omdat de kinderen dat zo graag wilden. Tegelijkertijd ving ik ook gedeelten van het gesprek op wat een collega voorin de ambulance had met de dochter die vertelde dat ze wel wist dat er eigenlijk geen kans was op herstel was maar dat ze dat niet liet merken aan moeder. Op zo’n moment kun je een bemiddelende rol nemen en het gesprek proberen op gang te brengen.

Dat hebben we al vaak mogen doen en dan komen er vaak hele mooie en belangrijke gesprekken op gang die de patiënt en zijn familie weer dichter bij elkaar brengt. Zo kunnen zij het ziekteproces ook ècht samen beleven. Je brengt zo toch een klein beetje licht in het donker. Wat me ook bijgebleven is, is een rit van een terminale patiënt naar het Hospice. We wisten dat ze niet meer thuis zou komen en hebben er onderweg over gesproken. Ze zou graag nog een keer naar huis gaan, maar haar gezondheid liet dat niet toe. Toen zagen we dat haar woning bijna op onze route lag. We hebben overlegd met de meldkamer wat de mogelijkheden waren en toen zijn we met de patiënt nog even naar haar huis gereden. Ze is nog een half uurtje lekker thuis geweest, heeft nog afscheid kunnen nemen van buren en van haar huis. Daarna hebben we haar naar het hospice gebracht. Een paar dagen later is ze overleden. Om aan zoiets mee te mogen werken, dat is goud. Het is echt heel mooi en dankbaar werk.”

Dit verhaal verscheen eerder in tijdschrift De uitstraling.