Paul Rijsdijk, ambulancechauffeur

“Van de chauffeursstoel naar die van de verpleegkundige”

Het leuke aan de duale BMH-opleiding is dat je verbanden leert leggen met het werk dat je normaal dagelijks doet en ziet, je daarbij je kennis verbreedt en leert hoe je het moet toepassen in de praktijk. Ik heb wekelijks contact met de medestudenten, vaak ook via de groepsapp. We komen van RAV’s uit het hele land. Je ziet wel verschillen maar daar kun je van leren. We trekken elkaar daarbij echt naar een hoger niveau.

Het zijn lange lesdagen met meerdere hoorcolleges voor de broodnodige theorie, afgewisseld met een werkcollege of lessen vaardigheid, communicatie of klinisch redeneren. Tijdens het werkcollege voer je groepsopdrachten uit. In de vaardigheidsles komt van alles aan bod, van een neusbril aanleggen tot het doen van lichamelijk onderzoek. Hoe je omgaat met patiƫnten en hoe zij naar jou kijken, leer je bij communicatie. En bij klinisch redeneren krijg je een casus die je klassikaal helemaal doorspit, daarna in groepjes uitwerkt volgens een stappenplan en klassikaal weer bespreekt. Een heel afwisselend lesprogramma dus.

Tijdens elk jaar loop je ook stage. Het eerste jaar is dit een ADL-stage (activiteiten van het dagelijkse leven) in de verpleging. Het 2e jaar heb je een stageperiode in de psychiatrie en op de spoedeisende hulp. Vanaf het derde jaar ga je mee op de ambulance mee als derde persoon. Dan verlaat ik dus de stoel van de ambulancechauffeur.